Ondergrenzen en vrijstellingen voor uw gevaarlijke stoffen opslag

Opslag volgens de richtlijn PGS 15

De opslag van verpakte gevaarlijke stoffen is in Nederland geregeld in de richtlijn PGS 15. Deze richtlijn beschrijft de opslag en tijdelijke opslag van gevaarlijke stoffen met betrekking tot de brandveiligheid, arbeidsveiligheid en milieuveiligheid.

Gevaarlijke stoffen ingedeeld volgens ADR
De classificatie van gevaarlijke stoffen vindt plaats conform de Europese overeenkomst ADR (Accord Européen relatif au transport international des marchandises dangereuses par route). Het ADR kent in totaal 13 klassen van gevaarlijke stoffen, een groot deel van deze klassen valt binnen het toepassingsgebied van de PGS 15. Voor een aantal ADR-klassen is de opslag in separate wet- en regelgeving ondergebracht en is de PGS 15 niet van toepassing. Daarnaast zijn ondergrenzen ingesteld voor de verschillende ADR-klassen welke binnen de werkingssfeer van de PGS 15 vallen.

In de onderstaande tabel staan de ADR-klassen met verpakkingsgroep en ondergrens / vrijstelling.

Gevaar conform de klasse zonder bijkomend gevaar	Verpakkingsgroep	Ondergrens/vrijstelling kg of liter
Alle klassen	I	1
CMR-stoffen	n.v.t.	1
2 (UN1950 Spuitbussen & UN2037 houders klein, gas)	n.v.t.	50
3	II	25
3	III	50
4.1., 4.2, 4.3	II en III	50
5.1	II en III	50
5.2	LQ verpakkingen die stoffen bevatten met UN-nummers 3103 t/m UN-nummers 3110 (Type C t/m F zonder temperatuurbeheersing)	30
6.1	II en III	50
6.2 categorie I3, I4	II en III	50
8	II en III	250
9	II en III	250
Totaal	-	50 voor klasse 8 en 9: 250
2 (Gasflessen)	n.v.t.	125 L waterinhoud

Van alle ADR-klasses (m.u.v. spuitbussen en gasflessen) geldt een verplichte opvangcapaciteit. Het opvangvolume wordt alsvolgt berekend: 10% van de aanwezige gevaarlijke stoffen of 110% van de grootste verpakking. De grootste waarde is van toepassing. De opvangbak moet vloeistofdicht zijn uitgevoerd en bestand zijn tegen de opgeslagen stoffen.